AMERSFOORT - Deze week daalt de temperatuur buiten behoorlijk en dus is de kans dat in menig woning de verwarming weer aangaat. Dat kan weleens tot de nodige frictie leiden, want de instelling van de thermostaat blijkt nog altijd een regelmatige bron van discussie in Nederlandse gezinnen. Dit blijkt uit een panelonderzoek van vergelijkingswebsite Slimster.nl, uitgevoerd door veldwerkbureau Panel Inzicht onder 2000 Nederlanders. Bijna een op de twintig ondervraagden geeft aan dat de thermostaat zelfs het onderwerp is waar zij thuis het vaakst ruzie over maken. Met name de oudere leeftijdscategorieën én Groningers voeren meer dan eens de hoger-of-lagerdiscussie.
Uit het feit dat voor 4,3% van Nederland de stand van de thermostaat het vaakst terugkerende discussiepunt is, valt af te leiden dat we thuis nogal eens van mening verschillen over de ideale temperatuur. Dat hoeft er echter niet altijd mee te maken hebben dat de een het eenvoudigweg sneller warm heeft dan de ander. Naast dat de temperatuur in huis impact heeft op het comfortniveau beïnvloedt dit natuurlijk ook de energierekening. Door de gestegen energieprijzen heeft liefst 46 procent van de Nederlandse huishoudens vorig jaar regelmatig de verwarming uit gelaten, ook als dat kou in huis tot gevolg had.
Er gaat niets boven (de temperatuur) in Groningen
Bijzonder opvallend is de situatie in Groningen. Daar noemt 11,8% van de deelnemers de thermostaat als hoofdthema van discussies thuis. De uitdagingen van Groningers, van economische zorgen tot slecht geïsoleerde huizen, spelen hierbij zeker een rol. Hogere stookkosten en financiële beperkingen maken de thermostaatdiscussie in deze provincie extra beladen. In Flevoland, waar de huizen nieuw en daarmee standaard goed geïsoleerd zijn, ruziet men nauwelijks over dit thema.
Vrouwen hebben het eerder koud
Het feit dat in menig huishouden ruzie ontstaat over de temperatuur in huis valt goed te verklaren. Vrouwen hebben het namelijk daadwerkelijk eerder koud dan mannen. Dat komt doordat mannen in de regel meer spierweefsel hebben dat warmte genereert, terwijl vrouwen meer vetweefsel hebben. Dat isoleert weliswaar, maar het beperkt tevens de warmtestroom naar de ledematen, wat bijvoorbeeld resulteert in koude handen. Vrouwen zijn ook gevoeliger voor temperatuurverschillen en reageren sneller op afkoeling door te rillen. Volgens onderzoek van de Universiteit Maastricht werkt de gemiddelde man het liefst bij 22 graden Celsius, terwijl een vrouw het best gedijt in een omgeving tussen de 23,2 en 26,1 graden.
Isolatie van groot belang
Hoe hoger het gasverbruik, hoe meer het voor de hand ligt dat de temperatuur in huis een bron van discussie is. Goede isolatie kan dit dus voorkomen. In dat kader verwacht Slimster dat vooral Nederlanders in een huurwoning de komende maanden regelmatig op hun tenen moeten lopen. Uit onderzoek van de vergelijkingssite blijkt immers dat liefst een op de drie huurders ontevreden is over de isolatie van hun woning. Bij mensen met een koopwoning is dat ‘slechts’ 10 procent.